Humor

Zelfcensureren met Joost Pollmann

08-11-2011 16:00

Wat is de overeenkomst tussen Yvon Jaspers en de profeet Mohammed? Allebei een ouwe lul in het lichaam van een jong meisje. Duidelijk, dat moeten we dus niet willen met zijn allen. Grappen maken is leuk, vindt striprecensent Joost Pollmann van de Volkskrant, maar van sommige dingen blijf je af. Hufterig Holland moet Heilige Huisjes weer met een hoofdletter leren te schrijven. En dat zet je toch even aan het denken. Bovenstaande grap heeft mijn column van deze week dan ook niet gehaald.

Mes op mijn buik
Dat is maar goed ook. Ik had het mes bijkans op mijn eigen buik gezet; er hoeft maar een Bouyeri over te struikelen en hij zit erin. Dat moeten we voorkomen. Mensen met middeleeuwse ideeën, die zo graag de liefde verspreiden dat ze ervoor willen brandstichten en moorden, die moet je een beetje ontzien, vindt Pollmann. Dat heet vooruitgang.

“Je kan niet zomaar de heiligdommen van anderen beschimpen”, zegt de stripkenner als ik hem opbel voor uitleg. Je wil toch weten waar je aan toe bent. “Als je weet dat een ander in het diepst van zijn ziel wordt gekrenkt door een opmerking van jou, dan moet je die opmerking misschien niet maken.”

Strepen
Vorige week is wel gebleken dat voor sommigen de gekste dingen heilig zijn. Yvon Jaspers bijvoorbeeld. Nu heb ik deze week weer een column geschreven over Yvon. Dat ze voor een tv-programma op zoek gaat naar een vrouw voor religieuze leiders. Dat Jezus het dan met twaalf mannen doet. En de profeet Mohammed met geiten. En dat hun volgelingen dat dan allemaal anders uitleggen. Het is echt hilarisch. Op aanraden van Pollmann ben ik echter gaan strepen. Het resultaat vindt u hieronder. Ook de autoliefhebbers, striprecensenten, vegetariers, vleeseters, hardlopers en dikke mensen heb ik proberen te ontzien.

Boeren
De dag dat — voor het — kan –. In deze — van –, — en — is het goed om –. Is — jaar — genoeg om — het laaste –, of — we dat niet –. Het — lijkt me dan ook de — om het —  geven. Zou een — een — met een — als — al mogen?

Een zo mogelijk nog — is: doen we er — om de — te –? Of eigenlijk: — we al — te maken over de — en — ? Maar is het daarmee ook mogelijk om — met de –? Doen we — dat niet –? De — van — liggen het — spreekwoordelijk –, zei hij.

Dat terwijl we —  hebben aan — . Het — wil volgens — weten waar de — zijn. “En juist nu gaan zij — uit –, door de — en — van — in de –“.  De — — geeft een –: Dat weten we toch allemaal!