Redenen om nooit naar Indonesië te gaan (deel 7)

18-03-2012 11:00

Labuan Bajo of Labuanbajo of Labaunbajo – spelling is een tamelijk vloeibaar begrip hier  – is een plaatsje op de kop van Flores. Er tegenover liggen een paar eilandjes waar de Komodovaraan zich ophoudt en dat maakt Labuanbajo een trekpleister voor mensen die het dier eens willen bekijken. Verder kun je er nog duiken, snorkelen, karaoke zingen, bier drinken, scooter rijden, eten, slapen, lezen, en bier drinken. Verder zijn er een waterval, een grot en wat dorpjes. En je kunt er vliegen. Er vandaan, welteverstaan.

De luchthaven is er wat in de porno petite heet. De bagage hoeft niet door de scanner, want er is vandaag niemand die weet hoe het apparaat werkt. Niet dat er te weinig mensen zijn. Sterker nog: er is aanzienlijk meer grondpersoneel dan reizigers. Vervolgens wordt niet alleen de gewone bagage gewogen, maar ook de persoon zelf inclusief handbagage. Ik weeg inclusief handbagage 81 kilo. Dat betekent dat mijn handbagage ongeveer min twee kilo is.

De landings- dan wel startbaan lijkt meer een racecircuit dan een landings- dan wel startbaan. Dat komt vooral omdat er in geen velden of wegen een vliegtuig te bekennen is. Er vertrekken hier zo’n twee a drie vluchten per dag, maar blijkbaar is dat een kwestie van landen en zo snel mogelijk weer wegwezen.

Hurktoiletten
Komodo Airport heeft weliswaar wifi, maar om daar op te kunnen moet je eerst een voucher kopen. En die zijn of niet te koop of niemand weet waar. Alleszins niet in de wachtruimte van de luchthaven en ook buiten niet. Er zijn twee damestoiletten en een herentoilet. In die laatste zijn alweer enige tijd geleden de urinoirs zo’n beetje half van de muur verwijderd. Wat overbleef zijn twee hurktoiletten waar Franse campings sinds mensenheugenis hun gasten mee kleineren. Met het verschil dat de Franse variant een automatisch doorspoelelement heeft. Deze hebben alleen een grote emmer water en een schepje dat totale manuele zelfredzaamheid van de zich ontlastende mens verwacht. Bovendien is de emmer van een formaat dat het toilet nog nauwelijks te bereiken is.

Het vliegtuig dat even later landt, is klein, rijdt keurig naar de uitgang van de wachtruimte en de lading mensen stapt uit. Er wordt wat bagage uitgeladen en binnen tien minuten zit de volgende lading klaar om te vertrekken. Het toestel is een British Aerospace BAe 146-200. Doordat de vleugels hoog zitten, zie je de motoren naast je hangen. En die bewegen nogal. Op zich schept dat weinig vertrouwen in dit stukje Britse technologie, maar het ding stort niet neer of zo.

Acht toeristen
In Kupang zijn ongeveer acht toeristen. Of blanke toeristen, want voor hetzelfde geld barst het er van de Indonesiërs die in eigen land op vakantie zijn. Het is immers crisis. Ook hier.

Er is een Nieuw-Zeelander, die met zijn motor de wereld rondrijdt en bijna weer thuis is: hij woont in Australië. Verder: een dikke Canadees met piercings, die al bijna een jaar aan het reizen is, twee Britse meisjes, die vooral erg Brits zijn, een Iers stelletje dat in Korea Engelse les geeft en een wat saaie Zweed met een Duits accent. Er is niet veel te doen, behalve een grot, een waterval, een paar stranden en wat afgelegen dorpjes. Gelukkig kun je er ook weer weg.

PS
Een eerder stukje ging er onder andere over dat Indonesische vrouwen graag kinderen krijgen van een blanke, want witter. Iemand reageerde daarop dat niet alle Indonesische vrouwen zo zijn en daar heeft de beste man natuurlijk volkomen gelijk in. Gelukkig heb ik nog een bijzondere anekdote over Indonesische meisjes die ook geen 100 procent dekking heeft. In veel – dus niet alle – dorpjes worden meisjes van veertien verkocht aan rijke toekomstige partners. Deze meisjes hoeven niet te helpen in de rijstvelden want dan zouden ze wel eens bruin kunnen worden en dat bederft de kwaliteit blijkbaar zodanig dat de prijs implodeert. Zo nu en dan komt er een aanstaande echtgenoot in het dorp kijken en dan worden alle meisjes van tegen de veertien op een rijtje gezet, zodat ze eens goed bekeken kunnen worden. Je zou het een meisjesfokkerij kunnen noemen. Maar let wel, dit geldt dus niet voor alle meisjes overal in Indonesië, altijd.


style=”border:1px solid black;”

Fotograaf Maarten Brante trekt met enige tegenzin door Indonesië en doet daarvan verslag op DeJaap. Meer beeld op zijn website: maartenbrante.com.