Weten & Tech

Mans En Garde: De Dertigjarige Oorlog I

19-05-2012 16:44


(Die Magdeburger Jungfrauen, doek van Eduard Steinbrück 1866 -wiki commons upload van Pappenheim)

In mei staan we respectvol stil bij de laatste grote oorlog. Men is het er redelijk over eens dat de Tweede Wereldoorlog alle bloederige records heeft verbroken, waarmee het de Eerste naar de tweede plaats verdrong. Het dodental van de Eerste Wereldoorlog (15-16 miljoen) werd wereldwijd echter vanaf januari 1918 in een ellende-estafette aangevuld met 20-40 miljoen doden (wiki NL: 20-100 miljoen) als gevolg van de Spaanse Griep. De mannen in de loopgraven waren een van de instrumenten waarmee dit H1N1-virus zich verspreide. Tot zes procent van de toenmalige wereldbevolking legde het loodje in deze griepepidemie.

Een klein percentage vergeleken bij wat de bevolking van centraal-Europa incasseerde tijdens de Dertigjarige Oorlog (1618-1648). Met name wat nu Duitsland heet had erg te lijden. Net als onze Tweede, kon de Dertigjarige meedogenloos zijn voor de burgerbevolking. Een oorlog waarin je naast sneuvelen of vermoord worden, ook in pestepidemieën je leven kon verliezen. Dit, naast de gewone tyfus, dysenterie en waar je verder niet oud mee werd. Tot slot kon je gedurende de dertig jaar in vele gebieden ook prima verhongeren.

Het Heilige Roomse Rijk in 1618 (hier groot -wikki commons upload van Ziegelbrenner)

Casus Belli

In den beginne ging het -het zal eens anders zijn- om het geloof. Katholieken tegen protestanten (lutheranen, calvinisten e.a.). De strijd speelde zich voornamelijk af in en om het Heilige Roomse Rijk, een bonte verzameling van staten en (stad)staatjes, op papier met een (Habsburgse) keizer aan het hoofd. Later mengden Zweden, Frankrijk en Spanje zich (meer) in de strijd. Het strijdgebied omvatte ruwweg Duitsland, Denemarken, het vroegere Tsjecho-Slowakije en Oostenrijk. Met de Nederlanden in hun Tachtigjarige Oorlog met Spanje als bijgerecht. Vanaf 1618 vochten Habsburgse dynastieën (Oostenrijk, Hongarije, Spanje) en katholieke staatjes onder keizer Ferdinand II tegen protestantse staatjes die zich al dan niet hadden verzameld in de Protestantse Unie, welke tot in 1621 bestond. De strijd om het katholicisme opnieuw op te leggen ondanks de Godsdienstvrede van Augsburg (1555), werd echter meer en meer een pure machtsstrijd. Zeker nadat het protestantse Zweden -met een toen uniek leger van vrijwilligers en dienstplichten- onder aanvoering van Gustav Adolf II zich vanaf 1630 succesvol vechtend in de strijd wierp tegen Ferdinand en diens Tsjechische veldheer Albrecht von Wallenstein.

De ‘slagers’

Geen heer, deze Wallenstein (1583-1634). Hoewel alle legers toen vooral van ‘het land’ leefden, waren de plunderingen van Wallensteins huurlingenlegers berucht. Daar de plunderaars bij hun praktijken nauwelijks onderscheid maakten tussen katholieke- of protestantse ‘leveranciers’, werd tijdens de oorlog menige partij in het andere kamp gedreven. De clubjes waren sowieso nogal verdeeld over de machtsuitbreiding van sommige deelnemers, keizer Ferdinands in het bijzonder. Ferdinand zelf was op zijn beurt bang (gemaakt) voor de groeiende invloed van Wallenstein. Die hij daarom in 1634 liet vermoorden.

Als Wallensteins troepen de katholieken geen slechte reputatie bezorgden, deden andere veldheren van Ferdinand dit wel. De Waals-Brabantse huurlingencommandant Johan ‘t Serclaes, graaf van Tilly, samen met de Heilige Roomse maarschalk Gottfried Heinrich Graf zu Pappenheim, waren verantwoordelijk voor het bloedbad van Maagdenburg, dat na een belegering in 1631 werd ingenomen. In het bloedbad zijn naar schatting twintig- tot vijfentwintig- van de dertigduizend inwoners van Maagdenburg vermoord. Volgens Medick en Pamela Selwyn in hun ‘Historical Event and Contemporary Experience: The Capture and Destruction of Magdeburg in 1631’ (link en tekst van wiki) schrijft Pappenheim hierover,

I believe that over twenty thousand souls were lost. It is certain that no more terrible work and divine punishment has been seen since the Destruction of Jerusalem. All of our soldiers became rich. God with us.

Zo’n oorlog dus. Het wiki-artikel over de massamoord meldt dat het leidde tot de lang gebruikte term Magdeburgisering als uitdrukking van totale verwoesting, moord, verkrachting en plundering.

Slag bij Lützen in 1632 waarbij Gustav Adolf Wallenstein versloeg, maar zelf sneuvelde (foto: doek van Carl Wahlbom 1855 – wiki commons upload van Nick L)

Niet dat het protestantse kamp uit lieverdjes bestond. ‘Maagdenburgs mededogen’ zou aanvankelijk de term zijn geweest voor het executeren van katholieken die om genade smeekten. Werden wij in ’45 vanuit Zweden voor de hongerdood behoed met wittebrood, drie eeuwen eerder stalen Zweedse troepen en kampvolgers ‘het brood’ in hongerend Duitsland. Wilde men het voedsel niet afstaan, kon een ‘Zweedse dronk‘ de vrijgevigheid stimuleren. Als je geluk had goot men voor deze vroege waterboardingmethode alleen water in je keel in plaats van gier of urine. Hoewel waarschijnlijk ‘uitgevonden’ door de protestantse Zweden, dronken of verdronken zowel katholieken als protestanten elkaar al spoedig op zijn Zweeds in deze wrede edoch grotendeels vergeten oorlog.